Als godsdienstleerkracht ga je de leerlingen gaandeweg opvoeden
tot een eigen keuze omtrent de levensbeschouwelijke identiteit.
GEDRAGSINDICATOREN
- De kritische zin van leerlingen stimuleren
- Leerlingen helpen om keuzes te maken, eigen mogelijkheden en interesses ontplooien.
- Leerlingen stimuleren om zelfstandig hun eigen leef-en ervaringswereld uit te breiden.
CONCREET IN DE GODSDIENSTLES
Kinderen worden gestimuleerd om:
- attent te worden voor de levensbeschouwelijke kant van het leven
- luisterend om te gaan met veelheid aan zin
- zichzelf te plaatsen tegenover levensbeschouwelijke vragen en ervaringen
- hun eigen handelen en de gevolgen daarvan in vraag te stellen
- hun eigen verhaal verbinden met het verhaal van het christelijk geloven
GEDRAGSINDICATOREN
- De kritische zin van leerlingen stimuleren
- Leerlingen helpen om keuzes te maken, eigen mogelijkheden en interesses ontplooien.
- Leerlingen stimuleren om zelfstandig hun eigen leef-en ervaringswereld uit te breiden.
CONCREET IN DE GODSDIENSTLES
Kinderen worden gestimuleerd om:
- attent te worden voor de levensbeschouwelijke kant van het leven
- luisterend om te gaan met veelheid aan zin
- zichzelf te plaatsen tegenover levensbeschouwelijke vragen en ervaringen
- hun eigen handelen en de gevolgen daarvan in vraag te stellen
- hun eigen verhaal verbinden met het verhaal van het christelijk geloven
bewijslast
Via allerhande opdrachtsvormen (individuele opdrachtsvorm, groepswerk,
hoekenwerk,...) probeer ik de kinderen zoveel mogelijk actief te betrekken in
de les en het ‘zelfontdekkend leren’ te stimuleren. Ik laat de kinderen
regelmatig in groep werken. Zo stimuleer ik ze om naar elkaars verhaal/idee/mening
te luisteren en hun eigen ervaringen in te brengen in de groep en te overwegen.
De opdrachtformulering of de vraagsteling is open en stimuleert de kinderen om
attent te worden voor de levensbeschouwelijke kant van het leven, om zichzelf
te plaatsen tegenover levensbeschouwelijke vragen en ervaringen, om hun eigen
levensbeschouwelijke ervaringen en gedachten daarbij uit te drukken,... Hoewel
de klasgroep vrij homogeen is qua religieus-culturele achtergrond kwamen er
tijdens de reflectiemomenten toch uiteenlopende persoonlijke antwoorden.
In wat volgt, haal ik per les enkele opdrachtformuleringen en lesfragmenten aan. De focus ligt op de vraagstelling.
In wat volgt, haal ik per les enkele opdrachtformuleringen en lesfragmenten aan. De focus ligt op de vraagstelling.
het kerstverhaal van matteus
We
zitten met zijn allen in een grote kring. Na het beluisteren en bekijken van
het kerstverhaal van Matteus leven de kinderen zich in in de hoofdfiguren van
het bijbelverhaal. Ik deel enkele attributen uit aan de kinderen die in de huid
kruipen van de verschillende personages: een kroon voor koning Herodes, goud,
wierook en mire voor de drie wijzen. De overige kinderen interviewen deze
personage. In de klas zitten veel expressieve leerlingen. Aanvankelijk gaat de
aandacht naar koning Herodes. De kinderen zijn oprecht verontwaardigd. Ik
probeer de vreugde in het verhaal te benadrukken door de kinderen aan te moedigen
ook vragen te stellen aan de drie wijzen. Met het rollenspel ontdekken de
kinderen wat ze denken en voelen bij het verhaal, wat het bijbelverhaal voor
hen betekent, waarmee ze het associëren.
In de
volgende lesgang probeer ik via onderwijsleergesprek de kinderen de
geloofsboodschap in het verhaal te laten ontdekken. Ik geef hen uitleg over de
betekenis van een ‘geboorte- en kindheidsverhaal’. Ze krijgen als contrast met
het geboorteverhaal van Matteus een krantenbericht over de geboorte van prinses
Elisabeth, ook een koningskind.
uit het lesverslag:
de vasten
In de les over de vasten zitten de kinderen verdeeld over 4 groepen aan een gedekte tafel, ofwel aan een sober gedekte tafel, ofwel aan een tafel met materiële overvloed. Bij het binnenkomen van de klas hebben ze een werkblaadje gekregen om zich in stilte voor te bereiden op een tafelgesprek. Na 10 minuutjes geef ik hen de opdracht voor het tafelgesprek. Ze zoeken per tafel samen naar het verband tussen de dingen op hun tafel. Om het verschil te ervaren met een anders gedekte tafel schuiven de kinderen na een kwartiertje door.
Daarna
praten we met de hele klas over de bedoeling van ‘vasten’.
Op het einde van de les praten we nog even over hoe we op school of
thuis kunnen meedoen aan de vasten.
Bij een dergelijk klasgesprek is het belangrijk open te staan voor de antwoorden van de kinderen, oprecht geïnteresseerd te zijn in hun antwoorden, onbevooroordeeld hun antwoorden te beluisteren, op eenzelfde niveau met hen te praten, samen met hen in het ‘diepe’ te springen...
Omdat ik hierin verder wil groeien, reflecteerde ik over de les.
Bij een dergelijk klasgesprek is het belangrijk open te staan voor de antwoorden van de kinderen, oprecht geïnteresseerd te zijn in hun antwoorden, onbevooroordeeld hun antwoorden te beluisteren, op eenzelfde niveau met hen te praten, samen met hen in het ‘diepe’ te springen...
Omdat ik hierin verder wil groeien, reflecteerde ik over de les.
het sacrament van het vormsel
De les
over het vormsel staat in het thema van ‘in beweging komen’: de kinderen komen
letterlijk in beweging tijdens de les via afwisselende opdrachten (hoekenwerk
met doorschuifsysteem). Ik breng het lesonderwerp aan met een korte kwis over
eerste en plechtige communie en vormsel. Bij de verbetering staan we stil bij
enkele kwisvragen die toelaten het lesonderwerp duidelijk te maken.
De kinderen krijgen de opdracht samen vuur (lucifers) te verzamelen
door verschillende opgaven tot een goed einde te brengen. Ze werken in kleine
groepjes (± 5 kinderen) en schuiven om de 10 minuten door naar een volgende
opdracht.
Vooral de opdrachten 2, 3 en 5 bevorderen de emancipatie van leerlingen in de zin zoals hierboven aangegeven:
Vooral de opdrachten 2, 3 en 5 bevorderen de emancipatie van leerlingen in de zin zoals hierboven aangegeven:
uit lesverslag: